Shinko Koifood

05/01/2024

In aflevering 9 van de Koi Podcast wordt staat 1 onderwerp centraal: voer! Sander, Robert en Egon hebben daarom een geweldige gast uitgenodigd, John de Leur,...

11/12/2023

Gezien de wisselende weersomstandigheden is het koi seizoen voor onverwarmde vijvers heel kort om u vissen klaar te maken voor de winter. Hierdoor zijn onze koi kwetsbaar in de winter maar vooral ook in voorjaar. De koi worden door verminderd afweersysteem gevoelig voor virale infecties in voor en n...

16/11/2023

10 jaar shinko koifood.
Een mijlpaal die we nooit hadden kunnen bedenken bij de start. Een koivoer geheel naar mijn wensen uit gedacht door mensen met verstand van zaken. Vergis je niet voor goed GEZOND koivoer vooral op langer termijn . Daar heb je verstand van zaken voor nodig. Gelukkig was dat dicht bij mij in de persoon van Joop vd Zalm. Zonder hem.had shinko nooit bestaan of nooit in de buurt gekomen bij de kwaliteit die nu heeft. Het is dan ook leuk terug te kijken naar het onstaan van Shinko Koifood.

Een impressie van het produceren van Koivoer. Handmade by John de Leur.

14/11/2023

10 jaar shinko koifood.
Een mijlpaal die we nooit hadden kunnen bedenken bij de start. Een koivoer geheel naar mijn wensen uit gedacht door mensen met verstand van zaken. Vergis je niet voor goed GEZOND koivoer vooral op langer termijn . Daar heb je verstand van zaken voor nodig. Gelukkig was dat dicht bij mij in de persoon van Joop vd Zalm. Zonder hem.had shinko nooit bestaan of nooit in de buurt gekomen bij de kwaliteit die nu heeft. Het is dan ook leuk terug te kijken naar het onstaan van Shinko Koifood.

In deze video meer tips en meningen van Joop over Koihouden

13/11/2023

10 jaar shinko koifood.
Een mijlpaal die we nooit hadden kunnen bedenken bij de start. Een koivoer geheel naar mijn wensen uit gedacht door mensen met verstand van zaken. Vergis je niet voor goed GEZOND koivoer vooral op langer termijn . Daar heb je verstand van zaken voor nodig. Gelukkig was dat dicht bij mij in de persoon van Joop vd Zalm. Zonder hem.had shinko nooit bestaan of nooit in de buurt gekomen bij de kwaliteit die nu heeft. Het is dan ook leuk terug te kijken naar het onstaan van Shinko Koifood.

Vandaag was ik bij Joop van der Zalm “de (be)denker”. Ik geef Joop van der Zalm deze eretitels omdat hij dit in mijn ogen verdient. Hij is iemand die altijd ...

12/04/2023

Chikara koi
Het seizoen begint weer en ook de vraag wat gaan we voeren. Wij verwachten van goed voer
Een goede normale groei.
Vitaliteit en gezondheid.
Kwaliteit behoud.
Geen watervervuiling.
Dus voor ons is simpel SHINKO-KOIFOOD
Lees hier eens stukje voedingsleer

Home
Shinkõ voerlijn
Onze filosofie
Voedingsleer
Contact
Shinkõ Koifood
Voedingsleer
Voedingsleer

Algemene Voedingsleer
Een goed Koivoer zou moeten zijn voorzien van de juiste energieverstrekkers en het moet elementen bevatten die zorg dragen voor het behoud van de gezondheid. Kleurversterkende elementen laat ik buiten beschouwing omdat dit in mijn ogen niet direct met een goede samenstelling van Koivoer van doen heeft.
Er wordt nog wel eens gedacht dat voor het samenstellen van een voer simpel vet, koolhydraten en eiwitten worden gemengd, helaas is dit niet het geval was het maar zo eenvoudig.

De meeste producten die worden gebruikt bij het samenstellen van een Koivoer bestaan namelijk zelf al uit deze genoemde drie componenten. Tarwemeel bijvoorbeeld heeft vooral koolhydraten, maar er zijn ook vetten en eiwitten aanwezig, men moet dus precies de samenstelling weten van elke toegevoegd product om aan het einde te kunnen bepalen hoeveel procent van elk component aanwezig is, ik zal hier verderop wel een voorbeeld van geven.

Energiebehoefte
Om te kunnen leven heeft elk lichaam energie nodig, deze energie wordt hoofdzakelijke uit voedsel gehaald. Deze energie wordt geleverd uit vetten, koolhydraten en eiwitten.
De totale hoeveel aan benodigde energie kunnen we grofweg verdelen in vier groepen van behoefte:

1. Het rust/slaapmoment met een moeilijk woord in de literatuur basaal metabolisme genoemd. Hoeveel energie is er minimaal nodig om primaire levensprocessen in gang te houden, denk bijvoorbeeld aan ‘ademen’ en hartslag.
2. Energie die nodig is om arbeid te kunnen verrichten, denk aan het zwemmen van de Koi.
3. Energie die nodig is om de stofwisseling te laten werken.
4. Energie die nodig is om het uiteindelijke resultaat van die stofwisseling weer uit te scheiden.

Eten, de stofwisseling komt op gang, kost dus energie, bij een gemiddelde samenstelling van Koivoer is 10 procent van het totaal aantal calorieën alleen al bestemd voor de spijsvertering.
Energie wordt uitgedrukt in een aantal calorieën of in een aantal kilojoule, kilojoule is een nieuwe maateenheid maar calorieën(ook wel kilocalorieën genoemd) worden nog steeds vaak gebruikt. Procentueel gezien zijn de calorieën verkregen uit vet het gunstigste voor het leveren van energie, deze leveren per gram de meeste calorieën en gebruiken ook nog eens de minste calorieën tijdens de stofwisseling. Eiwitten zijn in structuur veel complexer dan koolhydraten en vetten, het verteren van eiwitten kost dus meer energie dan de vertering van koolhydraten en vetten.
Ook al leveren vetten en eiwitten energie in de vorm van calorieën, toch is dit niet de voornaamste reden waarom deze in een Koivoer worden opgenomen.
Laten we de drie leveranciers aan energie eens onder de loop nemen, de vetgedrukte woorden geven aan waarvoor ze ‘eigenlijk’ in een Koivoer zijn bedoelt.

Koolhydraten -> Energie
Vetten -> Vitamine opname, vetzuren, energie
Eiwitten -> Bouwstoffen, energie Koolhydraten 1 gram Koolhydraten = 4 calorieën

Koolhydraten zijn de echte energieleveranciers in het voedsel van de Koi, we kunnen het makkelijk en moeilijk maken maar koolhydraten zijn gewoon suikers. Dat sommige voerproducten schrijven dat ze koolhydraten selecteren met zo laag mogelijke suikergehaltes klinkt dus vreemd als de biologische naam voor suikers koolhydraten is. Met suikers wordt in dit geval alle niet meervoudige koolhydraten bedoelt, en in de volksmond mogen we dit best suikers noemen, we kopen ook een pak suiker voor de koffie en zullen niet snel zeggen dat we een pak koolhydraten gaan kopen.
Binnen deze suikers bestaat er net als bij eiwitten een onderverdeling in chemische structuur, zo is er een hele simpele structuur en makkelijke en een complexe structuur. Voor de leesbaarheid zullen we ons beperken tot de twee van uitersten.
Een voorbeeld van een simpele structuur is glucose, dit wordt ook wel een enkelvoudig, ”snel” of “slecht” koolhydraat genoemd.
Een voorbeeld van een moeilijke structuur is zetmeel, dit wordt ook wel een meervoudig, “langzaam of “goed” koolhydraat genoemd.
Enkelvoudig en meervoudig zegt dus iets over de structuur, en snel of langzaam heeft betrekking op de snelheid van de ‘vertering’.
In het bloed worden alleen enkelvoudige koolhydraten opgenomen, de meervoudige moeten dus eerst worden afgebroken naar enkelvoudige koolhydraten , dit gebeurd met behulp van enzymen en vitamine B. Heel simpel gezegd betekent dit dus dat het eindresultaat hetzelfde is, alle koolhydraten worden dus uiteindelijk enkelvoudige suikers(glucose).
Dus van elk overtollig koolhydraat of deze van oorsprong nu snel of langzaam was worden we even dik, een overtollig koolhydraat wordt opgeslagen als vet. Is er een tekort aan koolhydraten dan worden deze vetreserves weer aan gesproken. Deze vetten worden weer omgezet naar koolhydraten, iets wat we zien gebeuren in de winterperiode als we de Koi geen eten geven.
Toch is er wel een belangrijk verschil tussen snelle en langzame koolhydraten, omdat het meer moeite kost om langzame koolhydraten af te breken (kost daarom ook meer energie) komt de omgezette glucose ook regelmatiger en dus langzamer in het bloed.
Het is dus geen powerinjectie die we zien bij enkelvoudige koolhydraten. Elke diabetes kan vertellen hoe snel een stukje druivensuiker(enkelvoudig koolhydraat) zijn werking heeft. Het bloedsuiker stijgt haast direct. Voor de gezondheid schijnt het beter te zijn dat de bloedsuiker spiegel (de hoeveel glucose in het bloed) niet teveel schommelt. Ik schrijf schijnt omdat de meningen tussen de conventionele voedingsleer en de natuurgeneeskundige voedingsleer hierin verschillen. Dit heeft met de kortstondige of langdurige aanmaak van insuline van doen. Insuline is nodig bij een te hoge bloedsuikerspiegel.
Als aanhanger van de conventionele voedingsleer zou ik voorstander zijn van langzame koolhydraten.
Snelle koolhydraten zorgen er ook voor dat het ‘hongergevoel’ eerder afneemt, dit zou als een bijkomend nadeel gezien kunnen worden. Indien men bij een Koivoer op een etiket specifiek een percentage suikers vermeld dan worden daar de suikers mee bedoeld (snelle koolhydraten) die wij kennen van bijvoorbeeld snoep.

Ruwe vezels
Op verpakkingen van Koivoer staat ook vaak een % aan ruwe vezels, feitelijk zijn dit ook koolhydraten. Dit zijn vezelstoffen zoals cellose (celwand van planten) en worden tijdens de spijsvertering niet afgebroken en dienen door hun waterbindend vermogen om een mooie consistente ontlasting te krijgen. Te veel voedingsvezels maakt de ontlasting dunner(diaree), te weinig en de ontlasting is te hard met als neveneffect dat er minder eetbehoefte is(vol gevoel). Als deze ruwe vezels te fijngemalen zijn dan zal de verplaatsing in de darm ook trager verlopen.

Vetten 1 gram vet = 9 calorieën
Het gebruik van vetten in ons Koivoer is zeker voor de gezondheid van onze Koi zeer belangrijk en mag dan ook niet ontbreken, dit o.a. te maken met het feit dat een aantal vitamines alleen maar oplosbaar zijn in vet. Het betreft hier de vitamines A,D,E en K. Van de drie energieleveranciers is vet degene die per gram de meeste energie levert.
Een gram vet levert gemiddeld gezien 9 calorieën. Dit is meer dan twee keer zoveel als het aantal calorieën in 1 gram koolhydraten of 1 gram aan eiwit. Daarnaast wordt er voor vet de minste calorieën gebruikt ten behoeve van de stofwisseling.
Vetten kunnen verdeeld worden in onverzadigde vetzuren (enkelvoudig en meervoudig) en verzadigde vetzuren.
Onverzadigde vetzuren kunnen we simpel gezegd omschrijven als 'goede' vetten en verzadigde vetten als 'slechte' vetten.
Onverzadigde vetten zijn erg belangrijk voor het behoud van de gezondheid, Omega-3 vetzuren zijn een voorbeeld van een meervoudig onverzadigd vetzuur die een grote positieve uitwerking hebben op de gezondheid. Vette vissoorten zoals, haring, makreel en zalm bevatten deze vetzuren.
In het algemeen kunnen we stellen dat plantaardige vetten beter zijn dan dierlijke vetten, al is een combinatie van beiden wel noodzakelijk. Men leest ook wel eens de term essentiële vetzeuren, dit zijn vetzuren die de Koi niet zelf kan aanmaken en bijvoorbeeld nodig zijn om organische vetten af te breken, deze essentiële vetzuren moeten door het lichaam wel eerst wordt omgezet waarbij oxidanten vrijkomen.
Deze oxidanten zijn niet goed en worden op hun b***t weer geneutraliseerd met antioxidanten, vitamine B en C en het mineraal Magnesium zijn voorbeelden van deze antioxidanten.
Van alle oliën/vetten is bekend hoeveel essentiële vetzuren deze bevatten, een Koivoer kan dus beter, wat betreft deze essentiële vetzuren, Maanzaadolie (77 %) bevatten dan bijvoorbeeld Palmolie (1%). De primaire reden van het gebruik van vetten zit in de levering van de benodigde vetzuren en voor de oplossing van bepaalde belangrijke vitamines. Daarnaast geven vetten ook smaak aan het voer.
Het woord ‘Vet’ klinkt vaak heel beladen, maar net als bij de mens is de afkomst van het vet bepalend in welke mate het kan worden toegevoegd in het koivoer. Bij de mens mag voor een gezond eetpatroon 20 tot 40 procent van de totale energievoorziening bestaan uit vetten waarbij natuurlijk zoveel mogelijk onverzadigde vetten wordt geadviseerd.

Eiwit 1 gram eiwitten = 4 calorieën
Om maar met de deur in huis te vallen, de koi maakt zelf het Eiwit aan wat hij nodig heeft als bouwstof voor zijn lichaam. De eiwitten die een koi, door Koivoer te eten, tot zich neemt wordt dus niet rechtstreeks opgenomen in het bloed.
Met dit gegeven in het achterhoofd zal het onderstaande wat hopelijk iets duidelijker worden.
Lichaamseigen eiwit is opgebouwd uit een groot aantal aminozuren, een aantal kan de koi zelf aanmaken en een aantal kan hij niet zelf aanmaken. De aminozuren die hij niet kan aanmaken heten essentiële aminozuren. Essentieel omdat als deze aminozuren er niet zijn er dus geen eiwit door de koi zelf kan worden aangemaakt. Om aan de essentiële aminozuren te komen moet een koi simpelweg eten, het voer moet dus voorzien zijn van deze ontbrekende aminozuren.
Het structuur van het eiwit van een koi, lichaamseigen eiwit genoemd, ziet er dus anders uit dan de eiwitten die worden gegeten.
Er zijn eiwitten van plantaardige afkomst en van dierlijke afkomst, de structuur van beide eiwitten is anders en bevatten een andere combinatie aan aminozuren. Over het algemeen is de chemische structuur van een plantaardig eiwit eenvoudiger dan die van een dierlijk eiwit.
Daarnaast zijn er ook verschillen binnen de diverse soorten plantaardige eiwitten en natuurlijk ook binnen de diverse soorten aan dierlijke eiwitten. Simpel gezegd het ene eiwit is het andere eiwit niet. De eiwitten in het voer worden door enzymen in de darm van een koi opgeknipt in kleine stukjes, even simpel gezegd in losstaande aminozuurtjes.
Omdat de chemische structuur van een plantaardig eiwit simpeler is van structuur gaat dit makkelijker dan van een dierlijk eiwit. Een plantaardig eiwit wordt dus zogezegd makkelijker verteerd en kost derhalve minder energie.
Helaas bezitten plantaardige eiwitten niet alle essentiële aminozuren die een koi nodig heeft om er later weer lichaamseigen eiwit van te maken en moet er in koivoer ook dierlijke eiwitten worden toegevoegd. Voor de keuze van deze moeilijker verteerbare eiwitten kiest men het liefst een dierlijk eiwit die qua structuur het dichtst bij het lichaamseigen eiwit aanzit.
Om de verteerbaarheid te verbeteren zijn er dierlijke eiwitten te krijgen (in de vorm van bv vismeel) die als het waren zijn voorgekauwd, dit noemt men dan pre-disgested. Deze eiwitten zijn vooraf bewerkt met enzymen zodat de eiwitten al in stukjes zijn geknipt. Hoe beter de combinatie aan verschillende aminozuren hoe beter de koi zijn eigen eiwitten uit al die verschillende aminozuren kan aanmaken. Hoe beter hij dit kan hoe hoger de NEB oftewel de Netto Eiwit benutting. Een goed voer is een voer waar de NEB hoog is, bij een minder voer hebben we meer voer nodig om aan dezelfde hoeveelheid lichaamseigen eiwitten te komen, de rest gaat gewoon verloren en verlaat de koi. Een eiwitafschuimer die overuren draait zou bij een normaal voerregime iets kunnen zeggen over de kwaliteit van het voer.
Het bovenstaande maakt hopelijk duidelijk dat het simpelweg vermelden dat een koivoer uit 40 % eiwit bestaat volledig onzinnig.
Eiwitten (proteïne) zijn dus essentieel in Koivoer, ze kunnen gezien worden als de bouwstoffen voor de Koi. Zij dienen o.a. voor de opbouwen van bloed, enzymen, graten, schubben en celmembranen. Het zijn dus de bouwstoffen voor spieren en organen.
Zoals vermeld wordt de afbraak van eiwitten gedaan door Enzymen, deze enzymen worden door de Koi zelf aangemaakt, de productie is niet afhankelijk van de watertemperatuur wel is de werkzaamheid van het enzym hoger bij een hogere watertemperatuur. De productie wordt automatisch hoger bij een hogere voedseltoename.
Voor een voerproducent zijn de grondstoffen bedoelt voor het eiwit in aanschaf relatief duur daarnaast is er ook nog eens een groot prijsverschil tussen de diverse herkomsten van het eiwit.
Eiwitten van dierlijke afkomst zijn in de regel duurder dan de eiwitten uit plantaardige afkomst. Het verschil in de gebruikte soorten eiwitten kan dus van invloed zijn op de verkooprijs van een kilo voer. Omdat eiwitten eigenlijk bedoelt zijn als bouwstoffen in Koivoer (groei, spieropbouw, cel opbouw) zou men misschien kunnen stellen dat de hoeveelheid aan eiwitten lager kan worden als Koi ouder worden en uit hun groei periode zijn. Er worden zelfs vragen gesteld in hoeverre eiwitten wel zo belangrijk zijn voor de groei, dit op basis, en nu kijken we even naar de mens, dat in de belangrijkste groeifase bij de mens namelijk het baby zijn, het eiwitgehalte in de natuurlijke moedermelk helemaal niet hoog is. Dat het type eiwit lijkt op het lichaamseigen eiwit mag duidelijk zijn.
Oudere Koi zouden wellicht naast een lager percentage aan eiwitten ook beter gebaat zijn met makkelijk verteerbare plantaardige eiwitten zoals die vooral gebruikt worden in Wheat Germ. Koolhydraten zijn feitelijk gezien aantrekkelijker voor Koi dan eiwitten, als er in een vijver natuurlijke eiwitten aanwezig zijn zou een Koivoer met een lager percentage aan eiwitten zeker gewenst zijn.

Voorbeeld voedingswaarde/energie
Voorbeeld van een aantal mogelijke gebruikte producten in een willekeurig Koivoer t.o.v van een bruine boterham.
Een bruine boterham weegt ongeveer 30 gram.
Ik zal me beperken tot genoemde componenten van deze uiteenzetting aangevuld met het element water, wel dient gezegd te worden dat naast deze componenten ook bepaalde vitamines en bepaalde mineralen aanwezig zijn in elk van deze producten. Dit is o.a. ook de reden dat het geheel niet precies op 30 gram uitkomt. Een voerproducent voegt dus alleen extra vitamines en extra mineralen toe indien deze in de gebruikte samenstelling te weinig zijn of geheel ontbreken.
De getallen zijn uitgedrukt in grammen op basis 30 gram per genoemd product.
1 gram vet = 9 Kcal.
1 gram koolhydraten= 4 Kcal
1 gram Eiwit= 4 Kcal
Indien een Koivoer dus in theorie alleen uit Tarwemeel zou bestaan dan zou het etiket het volgende vermelden.
Eiwit 11% Afkomstig van plantaardige oorsprong.(3,4/30)*100
Vet 1,6% (0,4/30)*100
Koolhydraten 62 % (18,7/30)*100
Ruwe vezels 11% Vezelgehalte 7,8 gram per 240 kcal (*1)
Vocht max. 13%


Los van het feit dat tarwemeel geen vitamine A,B12,C en D bevat, niet het mineraal ijzer heeft, teveel aan ruwe vezels bevat, zou deze samenstelling door een onvolledige verhouding aan aminozuren ongeschikt zijn. Een voerproducent streeft naar een vezelgehalte van rond de 4 gram per 240 kcal.
*1) Er is ooit eens aangeven dat het vezelgehalte wordt uitgedrukt per 240 kcal. ,in het bovenstaande voorbeeld van alleen tarwemeel zou dit betekenen:
100 kcal/240 kcal= 0,42 kcal, 3,3 gram vezels/0,42 kcal= 7,8 gram per 240 kcal. Dus haast twee keer zoveel dan de gewenste hoeveelheid van rond de vier gram.
Een experiment aan de universiteit van Yale heeft aangetoond dat dieren die alleen gevoed werden met granen konden sterven aan zuurvorming. Alleen Gierst als graansoort is een uitzondering hierin. Door tarwemeel nu te vermengen met bijvoorbeeld Eipoeder en vismeel worden de verhoudingen anders waardoor er wel een bruikbaar Koivoer kan worden verkregen. Het gaat dan niet alleen om de producten maar ook om de verhoudingen tussen deze producten. Alleen dan kan een juist en efficiënt aminozuren patroon worden verkregen.

Attractiviteitswaarde
Als een voer voor langere tijd aantrekkelijk moet zijn voor een Koi dan dienen de verhoudingen tussen koolhydraten en soorten eiwitten op elkaar afgestemd te worden waarbij vooral de hoeveelheid aan voedingsvezels mag niet onderschat moet worden. Een juiste hoeveelheid aan vetten kunnen aroma geven aan het voer. Als een Koi zich goed voelt en dus geen last heeft van het tot zich genomen voedsel dan zal hij dit voedsel graag weer tot zich nemen.
Men moet niet vergeten dat het voedsel relatief lang in de darmen verblijft, deze verblijftijd is afhankelijk van de watertemperatuur. Bij 26 graden ligt dit rond de 4,5 uur bij 10 graden is dit al opgelopen tot 17 uur. Een Koi kan gezien worden als kweekkarper die goed overweg kan met zowel koolhydraten als eiwitten. De darmlengte is daar een bewijs van, een in lengte korte darm zoals bijvoorbeeld bij een snoek geeft aan dat er vooral eiwitten worden genuttigd. Hoe langer een darm is hoe beter er met koolhydraten kan worden omgegaan. Dat een Koi niet over een maag beschikt is geen enkel probleem.
Een goed Koivoer is een Koivoer waarbij de eiwitten worden aangewend waarvoor ze zijn bedoeld en dat is dus als bouwstof en dus liever niet als energiebron. Een Koivoer met een eiwitpercentage boven de 45 % is volkomen onzinnig, het teveel aan eiwitten zullen gebruikt gaan worden als een dure energiebron of gaan gewoon verloren.
Een Koihobbyist die over een echte natuurlijke vijver beschikt zou beter kunnen volstaan met een voer met een lager eiwitpercentage, dit omdat voer aangevuld wordt met dierlijke eiwitten die de Koi zelf uit de vijver kan bemachtigen. Dit voer zal hij dan ook aantrekkelijker vinden dan een voer met een hoog percentage aan eiwitten.



Shinkõ Koifood

Staartmolen 14

4133 GB Vianen

06-54391029

[email protected]

07/11/2022

Chikara koi

18/08/2022

Chikara koi
Wie in Arcen op de Holland koi show kennis wil maken met onze verse shinko koifood aanbieding . Wij hrlpen u graag.

19/06/2022

Shinko koifood
Op op zoek naar beste voor u koi.
Vers
Geen vervuiling.
Geen olie
En hoogste kwaliteit grondstoffen
Zoek dan niet verder
www.shinko-koifood.nl

19/06/2022

Chikakara koi
Shinko koifood
Het verse goud voor u koi
Alleen voor hobbyisten die geen vervuiling willen,
En op zoek zijn naar beste voor hun koi.

24/02/2022

20/02/2022

Gaan we weer vers vers en vers

19/09/2021

Verse wheatgerm en off seasson

25/07/2021

Daar gaan we weer. Gelukkig zien steeds meer mensen het belang van VERS en ZINKEND in voor hun koivoer

11/07/2021

HomeShinkõ voerlijnOnze filosofieVoedingsleerContact

Shinkõ Koifood

Voedingsleer

Voedingsleer

Algemene Voedingsleer
Een goed Koivoer zou moeten zijn voorzien van de juiste energieverstrekkers en het moet elementen bevatten die zorg dragen voor het behoud van de gezondheid. Kleurversterkende elementen laat ik buiten beschouwing omdat dit in mijn ogen niet direct met een goede samenstelling van Koivoer van doen heeft.
Er wordt nog wel eens gedacht dat voor het samenstellen van een voer simpel vet, koolhydraten en eiwitten worden gemengd, helaas is dit niet het geval was het maar zo eenvoudig.

De meeste producten die worden gebruikt bij het samenstellen van een Koivoer bestaan namelijk zelf al uit deze genoemde drie componenten. Tarwemeel bijvoorbeeld heeft vooral koolhydraten, maar er zijn ook vetten en eiwitten aanwezig, men moet dus precies de samenstelling weten van elke toegevoegd product om aan het einde te kunnen bepalen hoeveel procent van elk component aanwezig is, ik zal hier verderop wel een voorbeeld van geven.

Energiebehoefte
Om te kunnen leven heeft elk lichaam energie nodig, deze energie wordt hoofdzakelijke uit voedsel gehaald. Deze energie wordt geleverd uit vetten, koolhydraten en eiwitten.
De totale hoeveel aan benodigde energie kunnen we grofweg verdelen in vier groepen van behoefte:

1. Het rust/slaapmoment met een moeilijk woord in de literatuur basaal metabolisme genoemd. Hoeveel energie is er minimaal nodig om primaire levensprocessen in gang te houden, denk bijvoorbeeld aan ‘ademen’ en hartslag.
2. Energie die nodig is om arbeid te kunnen verrichten, denk aan het zwemmen van de Koi.
3. Energie die nodig is om de stofwisseling te laten werken.
4. Energie die nodig is om het uiteindelijke resultaat van die stofwisseling weer uit te scheiden.

Eten, de stofwisseling komt op gang, kost dus energie, bij een gemiddelde samenstelling van Koivoer is 10 procent van het totaal aantal calorieën alleen al bestemd voor de spijsvertering.
Energie wordt uitgedrukt in een aantal calorieën of in een aantal kilojoule, kilojoule is een nieuwe maateenheid maar calorieën(ook wel kilocalorieën genoemd) worden nog steeds vaak gebruikt. Procentueel gezien zijn de calorieën verkregen uit vet het gunstigste voor het leveren van energie, deze leveren per gram de meeste calorieën en gebruiken ook nog eens de minste calorieën tijdens de stofwisseling. Eiwitten zijn in structuur veel complexer dan koolhydraten en vetten, het verteren van eiwitten kost dus meer energie dan de vertering van koolhydraten en vetten.
Ook al leveren vetten en eiwitten energie in de vorm van calorieën, toch is dit niet de voornaamste reden waarom deze in een Koivoer worden opgenomen.
Laten we de drie leveranciers aan energie eens onder de loop nemen, de vetgedrukte woorden geven aan waarvoor ze ‘eigenlijk’ in een Koivoer zijn bedoelt.

Koolhydraten -> Energie
Vetten -> Vitamine opname, vetzuren, energie
Eiwitten -> Bouwstoffen, energie Koolhydraten 1 gram Koolhydraten = 4 calorieën

Koolhydraten zijn de echte energieleveranciers in het voedsel van de Koi, we kunnen het makkelijk en moeilijk maken maar koolhydraten zijn gewoon suikers. Dat sommige voerproducten schrijven dat ze koolhydraten selecteren met zo laag mogelijke suikergehaltes klinkt dus vreemd als de biologische naam voor suikers koolhydraten is. Met suikers wordt in dit geval alle niet meervoudige koolhydraten bedoelt, en in de volksmond mogen we dit best suikers noemen, we kopen ook een pak suiker voor de koffie en zullen niet snel zeggen dat we een pak koolhydraten gaan kopen.
Binnen deze suikers bestaat er net als bij eiwitten een onderverdeling in chemische structuur, zo is er een hele simpele structuur en makkelijke en een complexe structuur. Voor de leesbaarheid zullen we ons beperken tot de twee van uitersten.
Een voorbeeld van een simpele structuur is glucose, dit wordt ook wel een enkelvoudig, ”snel” of “slecht” koolhydraat genoemd.
Een voorbeeld van een moeilijke structuur is zetmeel, dit wordt ook wel een meervoudig, “langzaam of “goed” koolhydraat genoemd.
Enkelvoudig en meervoudig zegt dus iets over de structuur, en snel of langzaam heeft betrekking op de snelheid van de ‘vertering’.
In het bloed worden alleen enkelvoudige koolhydraten opgenomen, de meervoudige moeten dus eerst worden afgebroken naar enkelvoudige koolhydraten , dit gebeurd met behulp van enzymen en vitamine B. Heel simpel gezegd betekent dit dus dat het eindresultaat hetzelfde is, alle koolhydraten worden dus uiteindelijk enkelvoudige suikers(glucose).
Dus van elk overtollig koolhydraat of deze van oorsprong nu snel of langzaam was worden we even dik, een overtollig koolhydraat wordt opgeslagen als vet. Is er een tekort aan koolhydraten dan worden deze vetreserves weer aan gesproken. Deze vetten worden weer omgezet naar koolhydraten, iets wat we zien gebeuren in de winterperiode als we de Koi geen eten geven.
Toch is er wel een belangrijk verschil tussen snelle en langzame koolhydraten, omdat het meer moeite kost om langzame koolhydraten af te breken (kost daarom ook meer energie) komt de omgezette glucose ook regelmatiger en dus langzamer in het bloed.
Het is dus geen powerinjectie die we zien bij enkelvoudige koolhydraten. Elke diabetes kan vertellen hoe snel een stukje druivensuiker(enkelvoudig koolhydraat) zijn werking heeft. Het bloedsuiker stijgt haast direct. Voor de gezondheid schijnt het beter te zijn dat de bloedsuiker spiegel (de hoeveel glucose in het bloed) niet teveel schommelt. Ik schrijf schijnt omdat de meningen tussen de conventionele voedingsleer en de natuurgeneeskundige voedingsleer hierin verschillen. Dit heeft met de kortstondige of langdurige aanmaak van insuline van doen. Insuline is nodig bij een te hoge bloedsuikerspiegel.
Als aanhanger van de conventionele voedingsleer zou ik voorstander zijn van langzame koolhydraten.
Snelle koolhydraten zorgen er ook voor dat het ‘hongergevoel’ eerder afneemt, dit zou als een bijkomend nadeel gezien kunnen worden. Indien men bij een Koivoer op een etiket specifiek een percentage suikers vermeld dan worden daar de suikers mee bedoeld (snelle koolhydraten) die wij kennen van bijvoorbeeld snoep.

Ruwe vezels
Op verpakkingen van Koivoer staat ook vaak een % aan ruwe vezels, feitelijk zijn dit ook koolhydraten. Dit zijn vezelstoffen zoals cellose (celwand van planten) en worden tijdens de spijsvertering niet afgebroken en dienen door hun waterbindend vermogen om een mooie consistente ontlasting te krijgen. Te veel voedingsvezels maakt de ontlasting dunner(diaree), te weinig en de ontlasting is te hard met als neveneffect dat er minder eetbehoefte is(vol gevoel). Als deze ruwe vezels te fijngemalen zijn dan zal de verplaatsing in de darm ook trager verlopen.

Vetten 1 gram vet = 9 calorieën
Het gebruik van vetten in ons Koivoer is zeker voor de gezondheid van onze Koi zeer belangrijk en mag dan ook niet ontbreken, dit o.a. te maken met het feit dat een aantal vitamines alleen maar oplosbaar zijn in vet. Het betreft hier de vitamines A,D,E en K. Van de drie energieleveranciers is vet degene die per gram de meeste energie levert.
Een gram vet levert gemiddeld gezien 9 calorieën. Dit is meer dan twee keer zoveel als het aantal calorieën in 1 gram koolhydraten of 1 gram aan eiwit. Daarnaast wordt er voor vet de minste calorieën gebruikt ten behoeve van de stofwisseling.
Vetten kunnen verdeeld worden in onverzadigde vetzuren (enkelvoudig en meervoudig) en verzadigde vetzuren.
Onverzadigde vetzuren kunnen we simpel gezegd omschrijven als 'goede' vetten en verzadigde vetten als 'slechte' vetten.
Onverzadigde vetten zijn erg belangrijk voor het behoud van de gezondheid, Omega-3 vetzuren zijn een voorbeeld van een meervoudig onverzadigd vetzuur die een grote positieve uitwerking hebben op de gezondheid. Vette vissoorten zoals, haring, makreel en zalm bevatten deze vetzuren.
In het algemeen kunnen we stellen dat plantaardige vetten beter zijn dan dierlijke vetten, al is een combinatie van beiden wel noodzakelijk. Men leest ook wel eens de term essentiële vetzeuren, dit zijn vetzuren die de Koi niet zelf kan aanmaken en bijvoorbeeld nodig zijn om organische vetten af te breken, deze essentiële vetzuren moeten door het lichaam wel eerst wordt omgezet waarbij oxidanten vrijkomen.
Deze oxidanten zijn niet goed en worden op hun b***t weer geneutraliseerd met antioxidanten, vitamine B en C en het mineraal Magnesium zijn voorbeelden van deze antioxidanten.
Van alle oliën/vetten is bekend hoeveel essentiële vetzuren deze bevatten, een Koivoer kan dus beter, wat betreft deze essentiële vetzuren, Maanzaadolie (77 %) bevatten dan bijvoorbeeld Palmolie (1%). De primaire reden van het gebruik van vetten zit in de levering van de benodigde vetzuren en voor de oplossing van bepaalde belangrijke vitamines. Daarnaast geven vetten ook smaak aan het voer.
Het woord ‘Vet’ klinkt vaak heel beladen, maar net als bij de mens is de afkomst van het vet bepalend in welke mate het kan worden toegevoegd in het koivoer. Bij de mens mag voor een gezond eetpatroon 20 tot 40 procent van de totale energievoorziening bestaan uit vetten waarbij natuurlijk zoveel mogelijk onverzadigde vetten wordt geadviseerd.

Eiwit 1 gram eiwitten = 4 calorieën
Om maar met de deur in huis te vallen, de koi maakt zelf het Eiwit aan wat hij nodig heeft als bouwstof voor zijn lichaam. De eiwitten die een koi, door Koivoer te eten, tot zich neemt wordt dus niet rechtstreeks opgenomen in het bloed.
Met dit gegeven in het achterhoofd zal het onderstaande wat hopelijk iets duidelijker worden.
Lichaamseigen eiwit is opgebouwd uit een groot aantal aminozuren, een aantal kan de koi zelf aanmaken en een aantal kan hij niet zelf aanmaken. De aminozuren die hij niet kan aanmaken heten essentiële aminozuren. Essentieel omdat als deze aminozuren er niet zijn er dus geen eiwit door de koi zelf kan worden aangemaakt. Om aan de essentiële aminozuren te komen moet een koi simpelweg eten, het voer moet dus voorzien zijn van deze ontbrekende aminozuren.
Het structuur van het eiwit van een koi, lichaamseigen eiwit genoemd, ziet er dus anders uit dan de eiwitten die worden gegeten.
Er zijn eiwitten van plantaardige afkomst en van dierlijke afkomst, de structuur van beide eiwitten is anders en bevatten een andere combinatie aan aminozuren. Over het algemeen is de chemische structuur van een plantaardig eiwit eenvoudiger dan die van een dierlijk eiwit.
Daarnaast zijn er ook verschillen binnen de diverse soorten plantaardige eiwitten en natuurlijk ook binnen de diverse soorten aan dierlijke eiwitten. Simpel gezegd het ene eiwit is het andere eiwit niet. De eiwitten in het voer worden door enzymen in de darm van een koi opgeknipt in kleine stukjes, even simpel gezegd in losstaande aminozuurtjes.
Omdat de chemische structuur van een plantaardig eiwit simpeler is van structuur gaat dit makkelijker dan van een dierlijk eiwit. Een plantaardig eiwit wordt dus zogezegd makkelijker verteerd en kost derhalve minder energie.
Helaas bezitten plantaardige eiwitten niet alle essentiële aminozuren die een koi nodig heeft om er later weer lichaamseigen eiwit van te maken en moet er in koivoer ook dierlijke eiwitten worden toegevoegd. Voor de keuze van deze moeilijker verteerbare eiwitten kiest men het liefst een dierlijk eiwit die qua structuur het dichtst bij het lichaamseigen eiwit aanzit.
Om de verteerbaarheid te verbeteren zijn er dierlijke eiwitten te krijgen (in de vorm van bv vismeel) die als het waren zijn voorgekauwd, dit noemt men dan pre-disgested. Deze eiwitten zijn vooraf bewerkt met enzymen zodat de eiwitten al in stukjes zijn geknipt. Hoe beter de combinatie aan verschillende aminozuren hoe beter de koi zijn eigen eiwitten uit al die verschillende aminozuren kan aanmaken. Hoe beter hij dit kan hoe hoger de NEB oftewel de Netto Eiwit benutting. Een goed voer is een voer waar de NEB hoog is, bij een minder voer hebben we meer voer nodig om aan dezelfde hoeveelheid lichaamseigen eiwitten te komen, de rest gaat gewoon verloren en verlaat de koi. Een eiwitafschuimer die overuren draait zou bij een normaal voerregime iets kunnen zeggen over de kwaliteit van het voer.
Het bovenstaande maakt hopelijk duidelijk dat het simpelweg vermelden dat een koivoer uit 40 % eiwit bestaat volledig onzinnig.
Eiwitten (proteïne) zijn dus essentieel in Koivoer, ze kunnen gezien worden als de bouwstoffen voor de Koi. Zij dienen o.a. voor de opbouwen van bloed, enzymen, graten, schubben en celmembranen. Het zijn dus de bouwstoffen voor spieren en organen.
Zoals vermeld wordt de afbraak van eiwitten gedaan door Enzymen, deze enzymen worden door de Koi zelf aangemaakt, de productie is niet afhankelijk van de watertemperatuur wel is de werkzaamheid van het enzym hoger bij een hogere watertemperatuur. De productie wordt automatisch hoger bij een hogere voedseltoename.
Voor een voerproducent zijn de grondstoffen bedoelt voor het eiwit in aanschaf relatief duur daarnaast is er ook nog eens een groot prijsverschil tussen de diverse herkomsten van het eiwit.
Eiwitten van dierlijke afkomst zijn in de regel duurder dan de eiwitten uit plantaardige afkomst. Het verschil in de gebruikte soorten eiwitten kan dus van invloed zijn op de verkooprijs van een kilo voer. Omdat eiwitten eigenlijk bedoelt zijn als bouwstoffen in Koivoer (groei, spieropbouw, cel opbouw) zou men misschien kunnen stellen dat de hoeveelheid aan eiwitten lager kan worden als Koi ouder worden en uit hun groei periode zijn. Er worden zelfs vragen gesteld in hoeverre eiwitten wel zo belangrijk zijn voor de groei, dit op basis, en nu kijken we even naar de mens, dat in de belangrijkste groeifase bij de mens namelijk het baby zijn, het eiwitgehalte in de natuurlijke moedermelk helemaal niet hoog is. Dat het type eiwit lijkt op het lichaamseigen eiwit mag duidelijk zijn.
Oudere Koi zouden wellicht naast een lager percentage aan eiwitten ook beter gebaat zijn met makkelijk verteerbare plantaardige eiwitten zoals die vooral gebruikt worden in Wheat Germ. Koolhydraten zijn feitelijk gezien aantrekkelijker voor Koi dan eiwitten, als er in een vijver natuurlijke eiwitten aanwezig zijn zou een Koivoer met een lager percentage aan eiwitten zeker gewenst zijn.

Voorbeeld voedingswaarde/energie
Voorbeeld van een aantal mogelijke gebruikte producten in een willekeurig Koivoer t.o.v van een bruine boterham.
Een bruine boterham weegt ongeveer 30 gram.
Ik zal me beperken tot genoemde componenten van deze uiteenzetting aangevuld met het element water, wel dient gezegd te worden dat naast deze componenten ook bepaalde vitamines en bepaalde mineralen aanwezig zijn in elk van deze producten. Dit is o.a. ook de reden dat het geheel niet precies op 30 gram uitkomt. Een voerproducent voegt dus alleen extra vitamines en extra mineralen toe indien deze in de gebruikte samenstelling te weinig zijn of geheel ontbreken.
De getallen zijn uitgedrukt in grammen op basis 30 gram per genoemd product.
1 gram vet = 9 Kcal.
1 gram koolhydraten= 4 Kcal
1 gram Eiwit= 4 Kcal
Indien een Koivoer dus in theorie alleen uit Tarwemeel zou bestaan dan zou het etiket het volgende vermelden.
Eiwit 11% Afkomstig van plantaardige oorsprong.(3,4/30)*100
Vet 1,6% (0,4/30)*100
Koolhydraten 62 % (18,7/30)*100
Ruwe vezels 11% Vezelgehalte 7,8 gram per 240 kcal (*1)
Vocht max. 13%


Los van het feit dat tarwemeel geen vitamine A,B12,C en D bevat, niet het mineraal ijzer heeft, teveel aan ruwe vezels bevat, zou deze samenstelling door een onvolledige verhouding aan aminozuren ongeschikt zijn. Een voerproducent streeft naar een vezelgehalte van rond de 4 gram per 240 kcal.
*1) Er is ooit eens aangeven dat het vezelgehalte wordt uitgedrukt per 240 kcal. ,in het bovenstaande voorbeeld van alleen tarwemeel zou dit betekenen:
100 kcal/240 kcal= 0,42 kcal, 3,3 gram vezels/0,42 kcal= 7,8 gram per 240 kcal. Dus haast twee keer zoveel dan de gewenste hoeveelheid van rond de vier gram.
Een experiment aan de universiteit van Yale heeft aangetoond dat dieren die alleen gevoed werden met granen konden sterven aan zuurvorming. Alleen Gierst als graansoort is een uitzondering hierin. Door tarwemeel nu te vermengen met bijvoorbeeld Eipoeder en vismeel worden de verhoudingen anders waardoor er wel een bruikbaar Koivoer kan worden verkregen. Het gaat dan niet alleen om de producten maar ook om de verhoudingen tussen deze producten. Alleen dan kan een juist en efficiënt aminozuren patroon worden verkregen.

Attractiviteitswaarde
Als een voer voor langere tijd aantrekkelijk moet zijn voor een Koi dan dienen de verhoudingen tussen koolhydraten en soorten eiwitten op elkaar afgestemd te worden waarbij vooral de hoeveelheid aan voedingsvezels mag niet onderschat moet worden. Een juiste hoeveelheid aan vetten kunnen aroma geven aan het voer. Als een Koi zich goed voelt en dus geen last heeft van het tot zich genomen voedsel dan zal hij dit voedsel graag weer tot zich nemen.
Men moet niet vergeten dat het voedsel relatief lang in de darmen verblijft, deze verblijftijd is afhankelijk van de watertemperatuur. Bij 26 graden ligt dit rond de 4,5 uur bij 10 graden is dit al opgelopen tot 17 uur. Een Koi kan gezien worden als kweekkarper die goed overweg kan met zowel koolhydraten als eiwitten. De darmlengte is daar een bewijs van, een in lengte korte darm zoals bijvoorbeeld bij een snoek geeft aan dat er vooral eiwitten worden genuttigd. Hoe langer een darm is hoe beter er met koolhydraten kan worden omgegaan. Dat een Koi niet over een maag beschikt is geen enkel probleem.
Een goed Koivoer is een Koivoer waarbij de eiwitten worden aangewend waarvoor ze zijn bedoeld en dat is dus als bouwstof en dus liever niet als energiebron. Een Koivoer met een eiwitpercentage boven de 45 % is volkomen onzinnig, het teveel aan eiwitten zullen gebruikt gaan worden als een dure energiebron of gaan gewoon verloren.
Een Koihobbyist die over een echte natuurlijke vijver beschikt zou beter kunnen volstaan met een voer met een lager eiwitpercentage, dit omdat voer aangevuld wordt met dierlijke eiwitten die de Koi zelf uit de vijver kan bemachtigen. Dit voer zal hij dan ook aantrekkelijker vinden dan een voer met een hoog percentage aan eiwitten.



Shinko koifood

06-54391029

[email protected]

1 incl. BTW

Algemene Voorwaarden
© 2016 Shinko-koifood | John de Leur