11/07/2023
Anno 2023 beschikken veel mensen over een hond, meestal een weloverwogen keuze.
Ras, sekse en afkomst worden grondig uitgezocht alvorens tot aankoop over te gaan. Heel het internet wordt afgespeurd naar trainingsmethoden, hoe je je pup het beste kunt opvoeden, hoe je door de puberteit heen komt, etc etc etc.
Echter valt het op dat er in toenemende mate mensen worstelen met (jonge) honden die iets te hard ‘puppy’-bijten, net iets te vaak opspringen of trekken aan de lijn. Afleiden en negeren is wat iedereen, inclusief het internet, je daarbij adviseert. Een advies wat dan ook veelvuldig wordt opgevolgd. Maar wat leert een hond eigenlijk wanneer je hem negeert of afleidt met voertjes, speeltjes of iets anders leuks? Is dit goed of fout of ligt het iets genuanceerder?
‘Overprikkeld’ is de stempel die de hond vaak op het voorhoofd gedrukt krijgt en het daaropvolgende advies luidt: benchrust.
Is de hond druk? Negeren en benchrust. Bijt de hond? Afleiden en benchrust. Wanneer dit alles niet helpt? Je raadt het al…
Even vooropgesteld, wij zijn zeker grote voorstanders van benchrust. Een jonge hond kan immers zijn eigen grenzen niet goed waarborgen en wij als baas kunnen de hond op deze manier zijn rustmomenten aanbieden. Echter is er een verschil tussen rustmomenten en opsluiting vanwege probleemgedrag.
Zoals wij mensen allemaal over een eigen persoonlijkheid en karakter beschikken, hebben onze honden dit ook. Waar een Duitse herder het prachtig kan vinden om naast de fiets te rennen, zou een ander, wat luier ras liever in een mand blijven zitten.
Waar onze honden dus eigenlijk heel mooi hun karaktereigenschappen en grenzen aan ons tonen, volgen wij als mens soms klakkeloos de adviezen op die wij op het internet vinden waarbij wij ons maar half bewust zijn van de werking of de gevolgen hiervan.
Wanneer we Google vragen hoe we om moeten gaan met een hond die hapt, opspringt, blaft of aan de meubels knaagt, is afleiden het sleutelwoord en begrenzen uit den boze. Toch willen we het even hebben over dat laatste.
Op het begrip ‘begrenzen’ lijkt tegenwoordig een taboe te rusten binnen de hondenwereld. Iedereen die dit doet, is een slechte baas en dierenbeul bovendien. Maar waarom?
Laten we even teruggaan naar onze eigen opvoeding. Want of je nu zelf kinderen hebt of niet, wij mensen hebben allen een opvoeding gehad.
Wanneer je als kind je moeder een grote mond gaf, draaide zij niet weg en negeerde ze je of strooide ze snoep op de grond om je af te leiden van deze handeling. Nee, ze ging het gesprek aan, gaf duidelijke grenzen aan en ze legde uit waarom dit geen manier is om met elkaar om te gaan. Van kleins af aan zijn ons normen en waarden bijgebracht om ons de beste versie van onszelf te leren worden.
Ons inziens geef je door middel van begrenzen bij je hond in begrijpbare taal aan wat wel en niet de bedoeling is, zoals elke ouder dit ook bij zijn of haar kind zou doen. Begrenzen doe je dus niet door op te sluiten of af te leiden, maar door het ‘gesprek’ aan te gaan in zijn of haar eigen taal en uit te leggen wat je wél wilt, in plaats van níet wilt.
In de natuur zou een hond zijn lichaamstaal gebruiken om aan te geven wat gewenst en ongewenst gedrag is. Honden zullen altijd eerlijk en transparant naar elkaar zijn wanneer het op communicatie aankomt. Daar het voor ons mensen gewoonweg eenvoudiger is onszelf de taal van de hond te leren, in plaats van onze honden de mensentaal te leren, is dit precies wat wij jou willen leren als je ervoor open staat.
Er is niets mis met begrenzen, wanneer dit te allen tijde middels liefde, vertrouwen en respect gebeurt.
Je hond zal je juist dankbaar zijn! ♥️