29/12/2023
Ff bijpraten:
Ik herinner me nog wel dat laatste bezoek aan de dierenarts. Ik kreeg een prik, een laatste aai over mijn kop en viel heerlijk in slaap. Het werd stil en zwart om me heen. In de verte verscheen een lange trap. Het was als vanzelfsprekend om die te beklimmen. Een hele sjouw trouwens. Eenmaal boven aangekomen kwam ik bij een eiken deur waar een prachtige witte hond mij op stond te wachten. Volgens mij een kruising van een witte herder met een retriever. "Wat kom je doen?" vroeg hij. "Ik ben klaar beneden en mijn baas vindt dat ik mag rusten." De herder besnuffelde me van alle kanten. Krampachtig kneep ik mijn oude sluitspieren samen. Dit was geen goed moment om er eentje te laten vliegen. "Deze mag door Petrus" riep hij met een knipoog. Langzaam zwaaide de deur open. Zoooo dit gaat sneller als in Ter Apel bedacht ik me nog. Een grote man met een lange grijze baard, in zijn handen een enorme sleutelbos liet mij binnen. "Hoe heet je?" "Britt" antwoordde ik kordaat en liep naar binnen. "Zoek zelf maar een plekje uit" hoorde ik hem achter me nog roepen. Het leek alsof ik zweefde over het witte oneindige wolkendek. Overal lagen honden te slapen. Sommigen staken vriendelijk als een soort welkom hun p**t in de lucht. Dit was het dus, dit was mijn eindstation. Dit is wat indianen de Eeuwige Jachtvelden noemen. Ik denk dat mijn rondgang wel een uur lang duurde. Uiteindelijk plofte ik neer naast een zwarte labrador. "Ik ken jou toch?" Ik keek hem wat verbaasd aan. "Ik woonde vroeger in de van Brachtstraat en scharrelde daar regelmatig op de parkeerplaats naast de Trucker." "Dan ben jij zeker die ouwe lab van Dré van der Elst?" vroeg ik hem. "Ja natuurlijk dat was mijn baas!" antwoordde hij met ietwat betraande ogen. Het afscheid destijds was pijnlijk en lag denk ik nog vers in het geheugen.
Dat bezoekje aan de dierenarts was op 21 juni 2022. Inmiddels ben ik anderhalf jaar verder en ik heb het hier prima naar mijn zin. Een paradijs, ik heb er geen andere woorden voor. Hier is plek voor elke hond. Soms, als de instroom wat hoog is dan schuiven we gewoon een stukje op. Niemand maakt er een woord over vuil. De ruimte is oneindig. Boven ons zie je de zwarte sterrenhemel. Eenmaal per etmaal schuift het ISS-ruimtestation voorbij en het wemelt er van de satellieten. Zo af en toe zie ik ook raketten. Soms bereiken ons berichten over de aarde. Ik word er niet vrolijk van. Misschien is het goed als de mensen een inkijkje krijgen in het hemelse bestaan. Ff de trap op, door de brievenbus naar binnen loeren en dan weer terug. Hier is respect, hier zijn geen grenzen en hier is iedereen gelijk. Ik hoop maar dat ze het daar beneden een beetje redden zonder mij want reincarnatie is niet mijn ambitie. Zestien jaar dienstplicht was mooi genoeg. Nu geniet ik hier volop in de achtertuin van Petrus.
De mazzel.