06/10/2023
Praktijknieuwsbrief
Oktober 2023 Blauwtong
Beste veehouders,
Zoals al vermoed werd na de eerste uitbraak begin september, zou het blauwtong virus zich snel verspreiden over Nederland. Helaas lijkt dit ook daadwerkelijk te gebeuren en hebben ook wij in de praktijk elke dag met meer blauwtong gevallen te maken.
Wat is blauwtong?
Blauwtong is een virusziekte en wordt overgebracht door een beet van geïnfecteerde knutten. Dieren kunnen elkaar niet besmetten en het gaat ook niet van mens op dier of andersom. In deze uitbraak hebben we te maken met serotype 3 (in 2009 was dit serotype 8 ) en er is nog geen vaccin beschikbaar.
Blauwtong bij schapen geeft koorts, dikke kop en/of tong (blauw), zweren op de tong en korsten op de neus. Tevens lopen schapen vaak kreupel, doordat het virus ook vastloopt in de bloedvaten rond de klauwen. Ook de uier kan rode verkleuringen vertonen. Uiteindelijk geeft het ook een verminderde vruchtbaarheid, rammen tot een paar maanden na infectie niet meer vruchtbaar zijn, maar ook ooien kunnen verwerpen. Bij runderen zien we dezelfde symptomen, maar dan meestal veel subtieler. En we zien ook niet altijd alle symptomen tegelijk. Typisch bij koeien zijn ook vaak aan alle vier de poten dikke kroonranden. Let dus goed op!
Wat merken wij in de praktijk?
Net zoals in 2009 is dit serotype helaas vrij dodelijk voor schapen. Heel af en toe overleeft een schaap het maar meestal niet. Het treft vooral ook de rammen, zo lijkt het nu.
Daarnaast vinden wij bij koeien dat het opvalt dat met name de verse koeien, zwakkere koeien en ook Jersey's wat gevoeliger lijken. Ook kalveren kunnen het ziektebeeld krijgen, let dus ook goed op bij een kalf dat niet wil drinken. Geiten en alpaca's kunnen de ziekte ook krijgen, maar wij zijn deze in de praktijk nog niet tegengekomen. Ook horen wij hier bij buurtpraktijken nog weinig over.
Wat kunt u doen?
Preventie is heel belangrijk. Helaas zijn de vliegen/knutten bestrijdingsmiddelen door de enorme vraag niet meer leverbaar. De knutten die de ziekte verspreiden komen vooral voor op windluwe en vochtige plekken. Denk aan boomwallen, slootjes, poelen en modderige plekken rondom drinkbakken. Voorkom dus dat uw dieren toegang hebben tot deze plekken. In het open veld, op de wind, is het risico minder, evenals in de stal, vooral als u ventilatoren kunt laten draaien om de luchtstroom op gang te houden. Hiermee kunt u het risico verlagen maar helemaal uitsluiten is niet mogelijk.
Dieren met verschijnselen moeten pijnstilling toegediend krijgen en dit moet om de dag herhaald worden. Bij ernstig zieke dieren kunt u natuurlijk beter de praktijk bellen voor een uitgebreide behandeling met sterkere pijnstilling en verdere ondersteuning. Verder dient u de praktijk te bellen om het te melden en om bloed te laten tappen wat we opsturen naar het laboratorium ter bevestiging van de besmetting.