05/04/2023
🙏❤️
𝙈𝙖𝙣𝙚𝙜𝙚𝙙𝙞𝙚𝙧𝙚𝙣 𝙯𝙞𝙟𝙣 𝙙𝙚 𝙝𝙚𝙡𝙙𝙚𝙣 𝙫𝙖𝙣 𝙙𝙚 𝙥𝙖𝙖𝙧𝙙𝙚𝙣𝙨𝙥𝙤𝙧𝙩.
Ik heb geen eigen paard. Ik ben manegeruiter. Lang heb ik dat als zwakte voor mijn werk gezien, maar daar ben ik overheen. Het is een kracht. Ik rijd op allerlei verschillende paarden en ben daardoor een flexibele ruiter. Ik werk aan mijn houding om op alle soorten en maten en types paarden zelf zoveel mogelijk in balans te blijven. Ik heb volledig begrip als een paard de volgende week niet zo lekker opstart als dat ik hem mijn vorige les heb achtergelaten. Ik heb geleerd in korte tijd contact te maken met een vreemd paard zodat we samen een hopelijk wederzijds plezant uurtje hebben. En ik herken het als een paard spanning in zijn lijf heeft en leer steeds beter een paardenlijf in een uurtje soepeler te krijgen. Dat geeft zoveel voldoening!
Manegepaarden worden vaak zielig gevonden. En zeker zijn er maneges waar het welzijn van die dieren niet voorop staat, paarden te veel lessen moeten lopen en in donkere of smalle stalletjes staan te wachten op de volgende mens. BNNVARA-programma Kassa had er op 1 april weer een confronterend item over.
Maar waar dit vroeger de regel was, verbetert dit zienderogen. Want de paarden zijn de kern van het manegebedrijf. De publieke opinie pikt geen onverzorgde dieren, vieze stallen en zwepenmepperij meer. Instructeurs en stalpersoneel kennen de paarden als geen ander en vormen de vaste factor in hun leven; daarvoor is een goede band, een werkrelatie nodig. Ze zijn collega’s van elkaar. Het welzijn van de paarden is belangrijk voor de goede naam van de manege, en een goede manege zorgt voor het welzijn van de paarden.
Niet elk paard is in de wieg gelegd om een manegepaard te zijn. Niet elk paard kan meerdere mensen per dag ‘aan’, met de verschillen in hulpen, gewicht, houding, handen, geduld. Degenen die het kunnen, leren groot en klein hoe het is om op een dier te mogen zitten en zijn vergevingsgezind naar al onze fouten. Ze kunnen alles: dressuur, sprongetjes maken, buitenritten, veel hebben een engelengeduld en staan toe dat ze eindeloos volgekrijt of ingevlochten worden.
Ze luisteren naar de geheimen van getroebleerde pubers, geven basisschoolkinderen zelfvertrouwen, leren ons ongeduldige mensen dat niet alles in het leven in één keer lukt en dat je soms letterlijk moet vallen en opstaan om ergens beter in te worden.
Natuurlijk zijn niet alle manegepaarden even makkelijk en zijn hun lijven niet altijd soepel. Vaak wordt dat geweten aan het werk wat ze doen en dat is zeker een belangrijke factor. Om al die verschillende mensen te kunnen dragen, zoekt een paard een houding, een manier van lopen waarop hij dat het beste kan, en dat is niet altijd biomechanisch helemaal verantwoord. Maar hij doet het maar mooi. Voor ons. Daar kan ik alleen maar respect voor hebben.
En draai het ook eens om. Hoe wordt een paard een manegepaard? Misschien wel omdat er ooit één of meerdere eigenaren waren, die het paard niet goed of eerlijk gereden hebben, waardoor uiteindelijk het paard niet meer als privé paard kon worden gehandhaafd, en ‘dan maar’ richting handelaar en vervolgens manege werd gedirigeerd.
Of misschien heeft hij hoog gepresteerd, en werd hij toen hij dat niet meer vol kon houden, ‘afgeschreven’ en uitbesteed aan de plek waar hij de leraar is van velen: de manege. En daar is hij in elk geval verzekerd van voldoende beweging, afwisselend werk, een stabiele manegekudde, vaste mensen om zich heen, zijn natje en droogje en de nodige snacks en knuffels van liefdevolle ruiters tussendoor.
Daarom. Een groot woord van dank aan het manegedier, onze held, in elk geval de mijne.