
26/01/2025
Vorig jaar werd ik gevraagd een artikel te schrijven voor het stamboekblad Het Fjordenpaard. Inmiddels is het artikel gepubliceerd.
Bijgaand het In Memoriam van Jappie, 21 jaar hengstenhouder voor het Fjordenpaardenstamboek.
Deze tijd is onlosmakelijk verbonden met ons huidige Paardenrusthuis.
In Memoriam Jappie van Zwol geb.27-07-1947- overleden 25-5-2024
Fjordendekstation in Friesland van 1987 tot 2008
Hoe het begon
Begin 1985 kwamen voor het eerst bewust met fjordenpaarden in aanraking, daarvoor
waren ze voor ons alleen bekend als werkpaard: voor het draaiorgel in de stad Leeuwarden,
als paard van een melkboer en als boerenwerkpaard.
Dat jaar werd Jappie gevraagd door de familie Scheper uit Luxwoude of hij hun
fjordenpaarden wilde vervoeren naar Drenthe.
De fjordenpaarden van deze familie deden mee in het showteam van de afdeling Noord dat
in Drenthe oefende voor jubileum van het Fjordenpaardenstamboek in 1985.
Het showteam ging het sprookje Sneeuwwitje en de 7 dwergen daar opvoeren.
In Drenthe leerden we het bestuur van de afdeling Noord kennen; Luut Halmingh, de familie
Bron, Henk Kremers en Jan Bisschop zouden daarna een belangrijke rol in ons leven gaan
vervullen.
Na meerdere oefendagen werden wij uitgenodigd om mee te gaan naar het jubileum,
destijds in Ermelo.
Wat een belevenis!
Prachtige shows, een geweldige sfeer en wat kon je veel met een fjordenpaard!
Complete gezinnen waren aanwezig en bezig met hun fjordenpaard.
Het meest indrukwekkend was echter het slot: alle aanwezige fjordenpaarden samen op dat
ene grote terrein: 1 grote gele massa, zo mooi, wij waren verkocht en besloten ook een
fjordenpaard te kopen.
Dit werd de Solar-dochter Elske E 55, als jaarling gekocht in Batenburg, tot haar dood is ze bij
ons geweest.
De eerste hengst
In de winter van 1986/1987 werden wij benaderd door het bestuur van de afdeling Noord
met de vraag of wij het dekstation van Dijkstra in Westergeest wilden overnemen.
Jappie zijn beroep was veehandelaar en omdat dit een beroep was met onregelmatige tijden
leek het ons een prima combinatie.
Destijds woonden wij in Opeinde, dat was positief want het stamboek had destijds
Nederland opgedeeld in rayons; als hengstenhouder mocht je alleen binnen dat rayon reizen
met de hengst.
Het rayon van Dijkstra was boven de A7, Opeinde viel in dit rayon.
De eerste hengst die bij ons kwam was Sebastian, een 3 jarige hengst die alles nog moest
leren.
Van Bon vond dat Jappie ook nog wat richtlijnen moest hebben voor het houden van een
hengst en liet hengstenhouder Kemkers ons adviseren.
Jappie vond dit onzin: thuis hadden ze eerder ook hengsten van draver tot pony tot hackney,
dus waarom een fjord niet zo behandelen?
Toen Kemkers zei dat de hengst absoluut niet buiten mocht met merries in het zicht: Hij gaat
over of dwarsdoor de omheining heen! Toen was Jappie daarover een geheel andere mening
toegedaan: de hengst gaat gewoon naar buiten, in de bak met stroomdraad erboven en
merries er omheen in de wei. Punt uit.
Ook nog eens makkelijk zei Jappie, want een hengstige merrie zoekt de hengst steeds op,
scheelt mij lopen: ik weet meteen welke hengstig is.
Wij hebben alle hengsten altijd op die manier gehouden en er is nooit 1 uitgebroken.
Van Bon heeft in al die jaren geleerd dat Jappie niet van regels hield!
Na Sebastian kregen we Eros, een uit België bij gehuurde, onopgevoede hengst.
Bijten, trappen en loeisterk!
De eerste keren dat Jappie met deze hengst klanten bezocht was het Eros die Jappie
meesleurde naar de merrie die hij al had ontdekt wanneer hij van de trailer kwam.
Dwars door een mesthoop, tuinhekjes enz., het maakte Eros niet uit, hij nam de kortste route
naar de merrie.
Gelukkig is Eros in de loop van het dekseizoen een stuk verbeterd in zijn gedrag: hij werd
vriendelijker naar ons toe, braaf zelfs en was te hanteren bij klanten.
In de zomer kwam de eigenaar van de hengst op bezoek, hij vertelde dat hij de hengst altijd
losliet om te dekken; de verklaring voor het gedrag van de hengst in het begin.
Jappie reisde niet alleen met de hengst maar haalde ook merries naar huis.
Dit zorgde ook regelmatig voor bijzondere avonturen.
Eén van die bijzondere gevallen was de Hjerter Knaegt merrie Daisy.
De merrie stond in Koostertille aan de rijksweg, aldaar wilde ze niet op de trailer.
Uiteindelijk werd na meerdere pogingen door de eigenaresse besloten om dan eerst maar
een stuk op haar te rijden en dan het weer te proberen.
Van Kootstertille naar Jistrum en Eastermar en tussentijds proberen te laden.
Elke keer mislukte het. In Eastermar werden ze aangesproken met de vraag of dit het nieuwe
vervoeren was: ruiter voorop, auto met trailer er achteraan.
Het is niet gelukt Daisy te laden, onder het zadel is ze in Opeinde gekomen.
Onze klanten: Handel, maar ook onze vrienden
Toen we begonnen met het dekstation hebben we alle leden in ons gebied met een brief op
de hoogte gesteld.
Veel mensen fokten destijds niet; het eerste jaar heeft Sebastian ongeveer 20 merries
gedekt.
In de loop der jaren groeide het aantal gedekte merries (hoogtepunt 126) en dus ook het
aantal klanten.
Veel van onze klanten waren boer of hobbyboer: Handel!
Jappie kocht bij zijn klanten van alles: schapen, geiten, een varken, kippen, kortom handel!
En in de herfst veelal de hengstveulens: de meesten gingen in het begin van ons bestaan als
dekstation naar Zuidlaardermarkt, Roden, Elst of Hedel, allemaal paardenmarkten.
Maar de fjorden maakten een opmars en Jappie kreeg toen vaak aanvraag voor
hengstveulens die men wilde opfokken tot een gebruikspaard. Kwaliteitsveulens werden
verkocht door heel het land.
2 van onze eigengefokte hengstveulens werden verkocht naar Noord-Holland naar een fokker
die ook veel plezier beleefde aan mennen en rijden.
Deze fokker bracht zijn merrie bijna elk jaar naar ons om te laten dekken, de man was
werkzaam voor de K.I. , voor Jappie dus genoeg gespreksstof.
Er ontstond een jarenlange vriendschap.
Vanaf Terschelling kwam ook een merrie logeren, Cilda, haar eigenaar was boer op
Terschelling. Alweer genoeg gespreksstof voor Jappie.
Tesamen met de eigenaar leerden wij Mathilde kennen, een meisje van destijds een jaar of
15. Zij reed altijd op Cilda.
Cilda bleef altijd langere tijd bij ons logeren vanwege de bootkosten.
Meestal bleef ze tot de keuring waar ze aan mee deed, eigenaar en Mathilde kwamen dan bij
ons logeren.
Ook hieruit is een vriendschap ontstaan: die met Mathilde duurt tot vandaag de dag.
Op uitnodiging van de eigenaar hebben we een weekend op Terschelling doorgebracht. 1 van
onze zeldzame vakanties.
Onze oppas voor deze vakantie waren 2 dochters van fokker de Vries uit de Wilgen.
Ook met deze 2 dames hebben wij nog steeds contact.
Keuringen
In het Noorden waren meerdere keuringen, maar de keuringen waar wij vooral heen gingen
waren Roden en Drachten, later was dat Oldeberkoop.
Deze dagen werden vooraf gegaan door hele drukke dagen.
Jappie haalde veel merries op naar ons huis van eigenaren die geen vervoer hadden.
Bij ons thuis werden ze de dag voor de keuring gewassen, dit deden wij met heel veel
mensen, een waar feest. De meesten waren na afloop net zo nat als de gewassen paarden.
Traditie was ook dat op die dag tussen de middag Spaghetti met pastasaus gegeten werd.
Iedereen vroeg zich altijd af waarom mijn pastasaus zo anders smaakte dan die van hun,
terwijl de ingrediënten toch bij iedereen hetzelfde waren: een mix, uitjes en gehakt.
ONTHULLING: Jappie zorgde voor het gehakt, dit was geen gewoon gehakt maar speciaal
opgehaald bij een bevriende slager die ook paarden slachtte; het geheim is dus
paardengehakt!
Wat had Jappie een lol; als iedereen naar huis was of sliep zei hij altijd: zo ze hebben het
weer niet door dat ze paardenvlees gegeten hebben.
Het vervoer naar de keuringen werd ook door Jappie geregeld; transportbedrijf Willem van
der Bij heeft jaren alle paarden de dag van de keuring bij ons vandaan gehaald, later toen er
nog meer paarden mee moesten reed ook Piebe de Jong uit Stiens. Beiden kende Jappie van
de veemarkt in Leeuwarden.
Onze hengsten
Een regel van het fjordenstamboek was dat een hengst maximaal 3 jaar op hetzelfde
dekstation mocht verblijven, de hengsten waren eigendom van het fjordenstamboek en van
Bon bepaalde welke hengst je kreeg.
Je kreeg een hengst ook nooit voor de 2e keer.
Wij hebben geluk gehad en hebben een aantal malen een uitzondering mee mogen maken.
Drageset was een favoriete hengst van ons, we hadden er meerdere malen om gevraagd,
maar omdat de hengst verwaarloosd geweest was op een ander dekstation moesten we
wachten tot hij weer fit was.
Toen hij 15 jaar oud was werd hij gebracht met de mededeling: hier is hij en hij mag bij jullie
blijven tot zijn dood. Wij hadden later een tijdlang 2 hengsten.
Drageset overleed op 20 jarige leeftijd aan een darmperforatie, een verlaat gevolg van zijn
verwaarlozing.
Jappie vroeg toen om Bjorkmann, veel klanten wilden graag dat deze hengst voor de 2e keer
kwam en Jappie, beter gezegd: wij allen inclusief onze Jack Russel Snoopy, waren dol op
Bjorkmann.
Van Bon maakte de uitzondering waar wij hem altijd dankbaar voor zijn geweest.
Wat hebben wij een plezier beleefd aan deze hengst al moest wel onze 1¾ paards trailer
aangepast worden.
Bjorkmann schudde altijd zijn halster af wanneer hij in de trailer stond om zich dan om te
draaien en met het hoofd over de achterklep naar buiten te kijken.
Snoopy speelde met Bjorkmann in de bak; zij hing in zijn inmense staart goed vast met haar
kleine klemkaakjes. Als ze losliet ging Bjorkmann naar haar toe en begon het feestje weer:
rennen door de bak en Snoopy weer omhoog springen en in de staart hangen.
Bjorkmann en Drageset waren Jappie’s favoriete hengsten.
Naast de al genoemde hengsten hebben Ohlsen Junior, Orsta en als laatste Drange Rolv die
ook 4 jaar gebleven is op ons dekstation gestaan.
De beslissing om te stoppen was al een jaar eerder genomen voor Drange Rolv wegging.
Jappie kon steeds slechter lopen, dus werd het risico steeds groter.
Een nieuwe hengst was geen optie meer.
De reden van zijn slechte lopen waren zijn heupen; al in Opeinde had hij een trap gehad van
een merrie, hij had behoorlijk pijn maar ging door want het was dekseizoen.
Later bleek dat het bovenbeen compleet kapot was geweest, röntgenfoto’s wezen dit uit.
De verhuizing en het afscheid
In 1996 konden we door een tip van een fjordenklant, Peter van Santen, de boerderij in
Eastermar kopen.
Peter was ook vriend geworden; hij was boer, maar kocht ook regelmatig boerderijen op voor
de verkoop, hij wist dat we iets zochten met meer ruimte en meer weiland.
Op deze plek heeft Jappie met veel plezier gewoond.
Te midden van de natuur, zonder nabije buren met reeën in ons weiland en zwaluwen in de
schuur en elke avond een andere zonsondergang recht tegenover ons.
Zijn wens was om thuis te sterven, dit is ook gebeurd na een laatste maand met veel pijn
helaas.
Het afscheid is volledig thuis op de boerderij geweest, zowel het condoleren alsook de
afscheidsdienst voor genodigden.
Jappie is met Friese paarden voor een landbouwwagen van huis naar het crematorium
gebracht.
Ongelofelijk veel fjordenmensen hebben kaarten gestuurd of zijn wezen condoleren.
Het was duidelijk dat Jappie voor veel fjordenmensen meer was dan een hengstenhouder!